Een juist begrip van longkanker en de onderliggende oorzaak van de ziekte is van groot belang.
Er zijn twee hoofdtypen longkanker: niet-kleincellig longkanker (NSCLC, vanuit het Engelse “non-small cell lung cancer”) en kleincellig longkanker (SCLC, vanuit het Engelse “small-cell lung cancer”). NSCLC komt het meeste voor. Ongeveer 8 van de 10 mensen (80-85%) met longkanker heeft NSCLC.
Bij NSCLC kunnen in de tumor verschillende, zogenaamde biomarkers worden gevonden. Deze biomarkers tonen de mutatietypen in de tumor en geven daarmee specifieke informatie over het type NSCLC. Die informatie is belangrijk bij het bepalen van de behandeling. De EGFR-mutatie is er één van. EGFR staat voor epidermale groeifactorreceptor. In het EGFR-gen kunnen mutaties aanwezig waardoor longkanker ontstaat. EGFR-mutaties zijn een van de meest voorkomende mutatietypes bij longkanker, deze mutatie komt bij ongeveer 1 op de 10 mensen met NSCLC voor. Het is belangrijk om te testen of uw kanker een EGFR-mutatie heeft, zodat de dokter uw behandelopties kan bepalen.
Indien een mutatie gevonden wordt, kan er in sommige gevallen worden gekozen voor een doelgerichte therapie. Dit zijn behandelingen die aangrijpen op de specifieke mutatie in de tumor.
Ga voor meer informatie over dit onderwerp naar www.egfr-mutatie.nl